De stad Perth wordt ondanks zijn afgelegen ligging tot één van de meest leefbare steden ter wereld gerekend. De hoofdstad van de deelstaat West Australië kent een Mediterraans klimaat en wordt gezien als de zonnigste hoofdstad van het land. Maar laat ik nou net even pech hebben gehad en van dat laatste weinig gemerkt hebben. Wat voor ons een doodnormale Nederlandse zomerdag is (lees: het regent pijpestelen), noemen ze hier code oranje. Gelukkig wisselt de wolkbreuk zich geregeld met wat zonnestralen. Zon of geen zon, storm of niet, een weekendje Perth is nooit verkeerd.
1. CBD
In het centrum van Perth rijden gratis buslijnen, de zogeheten yellow, red en green cats. Super flex, maar veel leuker is het om het centrum per voet te verkennen. Murray en Hay street worden gezien als de hoofdstraten, waar je goed kunt shoppen btw! Maar wat Perth leuk maakt, zijn de alleys en lane ways. Sla deze dan ook niet over! Hier vind je leuke cafeetjes, bars en restaurants. Ontbijt bijvoorbeeld bij Tiger Tiger in een klein steegje aan Murray St. De Granola is goed te doen. Voor een snelle hap in de middag moet je bij Toastface Grillah zijn. Je moet dan denken aan een variatie tosti’s of een koffie to go. Het terras is niet zo groot, maar wel gezellig knus. Ook leuk: Uncle Joe’s Mess Hall aan King Street. Hier kun je terecht voor een all day breakfast of een haircut (yes barber/cafe in één). Ik vond het net te laat, ze stonden op het punt te sluiten. Shit! Maar de buurman Old Faithful was een goed alternatief voor een American bite en een drankje.
Northbridge is een meer artistiek wijkje met kleinere boetiekjes, vintage winkels, vele asian food ketens (niet altijd even goed, maar zeker niet slecht en leuk voor de portemonnee) en wat stamkroegen, waar je vooral in de avond veel backpackers zult vinden. Het is een beetje een combi van de Binnenweg, Kruiskade en Stadhuisplein (om je een idee te geven). Best leuk. Tip: ontbijt bij The Little Bird Cafe aan Lake Street. Bestel een pannenkoek. Waarom? Daarom! Neem er een verse sap bij om de dag goed te beginnen.
Ga bar hoppen! Sla die stamkroegen vol backpackers over en maak het je hobby de wat meer lokale tentjes te vinden, waar de kans groot is dat je locals leert kennen en de gemiddelde leeftijd ook iets hoger ligt. Wij hebben er uiteindelijk 4 geprobeerd. Wolf Lane (het gelijknamige steegje is sowieso de moeite waard om doorheen te lopen) vond ik zelf wel aardig, als je opzoek bent naar die soulful feelgood vibe. Ezra Pound zit een beetje verstopt aan William Street (Northbridge). Het is hier wat rumoeriger, maar de sfeer is goed en het publiek meer gemixt. Liked it! Voor cocktailtjes ga je naar 1907 aan Queen Street of 399 bar aan William Street (Northbridge). Er zijn er uiteraard nog veel meer. Ga daarom langs het visitor center en haal de 4 kleine bijbels! Food, drinks, art & coffee.
2. Fremantle
Neem de trein naar Fremantle, beter bekend als Freo. Je vindt deze havenplaats aan de monding van de Swan River. Het is minder stads dan Perth en geeft je meer een vakantiegevoel. Het is daarom ook erg populair, zowel onder reizigers als locals. Mij gaf het een meer toeristisch gevoel, maar ik voel mij juist thuis is die stadse sfeer van Perth. Wel leuk zijn de Fremantle Market en Prison. Ga voor de ‘doing time’ tour en neem een kijkje binnen de muren van deze gevangenis, die tussen 1851 en 1859 werd gebouwd. Tot 1991 was de gevangenis onder erg primitieve omstandigheden nog in gebruik, zo lang geleden is dat niet. Je boodschap deed je in een ton, die 1x per dag geleegd werd. Een cel bestond overigens uit een bed en als je geluk had een stoel (meer past ook niet). En zomers liepen temperaturen op tot boven de 40 graden. Douchen deed je in dat geval 2x per week. Stel je voor dat je een cel deelde, niet bepaald een pretje. In de jaren 80 heeft iemand een aantal weken gezeten voor het niet betalen van een parkeerkaart. Pretty fucked up! Wandel ’s middags over de markt en probeer wat eetkraampjes voor lunch. Neem daarna de trein weer terug naar Perth en ga voor zonsondergang richting Kings Park, overdag trouwens ook de moeite waard. Vanuit het park heb je prachtig uitzicht op de stad en de rivier.
3. Rottnest Island
Het eiland langs de kust van Perth heeft haar naam te danken aan een stomme Nederlander, die het eiland in 1696 ontdekte en het deze naam gaf vanwege de populatie enorme ‘ratten’. ‘Rattennest’ is echter niet de juiste benaming aangezien de beestjes geen ratten, maar net als de kangoeroe buideldieren blijken te zijn. De quokka’s zijn één van de reden om een dagbezoek aan dit eiland te brengen. Scoor een quokka selfie, dat schijnt een ding te zijn hier. Daarnaast heeft het eiland prachtige stranden! Neem de ferry en huur een fiets om er zelf op uit te gaan. Begin met een koffie en een (laat) ontbijtje bij de bakkerij in het winkelcentrum, voordat je een rondje over het eiland maakt. Leuke bijkomstigheid: één van de medewerkers is best wel cute. 😉
– I’m in love with the quokka!