Pura vida! Letterlijk vertaald betekent dat puur leven. In Costa Rica ook wel gebruikt als groet of “geen dank”. Costa Ricanen snappen het leven en weten dat rijkdom gecreëerd wordt met vriendelijkheid. Voeg daar de kleurrijke jungle en wilde kustlijn aan toe en je hebt de perfecte combinatie voor je volgende reis. Of je nou op zoek bent naar avontuur of gewoon wilt relaxen op een strandbedje, Costa Rica is the place to be. Na drie jaar niet te hebben gereisd, besloot ik deze zomer mijn Spaans een booster te geven in het betoverende groene paradijs van Centraal Amerika. Wat ik heb geleerd? “Yo hablo español muy bonito”, maar verder begrijp ik er geen reet van.
Reis om de wereld
“He he, we mogen weer!” Gaat de wereld eindelijk weer open, ligt Schiphol op z’n gat. Waarom wilt een mens überhaupt nog op vakantie he? Toch houdt het ook mij niet tegen. Ik boekte een vlucht naar London vanaf Rotterdam om de volgende dag via Heathrow met een lange overstap in The States naar Costa Rica te vliegen. Ja, ik deed er twee keer zo lang over, maar mijn koffer en ik kwamen op de geplande tijd aan. Het was nog voordeliger dan een retourtje Amsterdam ook. Houd er wel rekening mee dat je een visum nodig hebt voor een overstap in Amerika en trek voor de security check daar minimaal twee uur uit. Other than that: geen gedoe. Behalve dan dat ik mij twee keer 24 uur lang de pleuris heb verveeld.
Reizen door Costa Rica zelf is vrij gemakkelijk. Het land heeft namelijk een goed ontwikkeld toerisme. Reis je samen dan is het huren van een auto zeker de moeite waard. Wegen zijn over het algemeen goed geasfalteerd dus een 4×4 is echt niet nodig, ook niet tijdens het regenseizoen (mits je van plan was off road te gaan natuurlijk). Reis je alleen dan kun je vrijwel overal komen met een shared shuttle van Interbus of Easyride. Er schijnt ook nog een redelijk georganiseerd openbaarvervoernetwerk te zijn, maar ik kies tegenwoordig comfort boven budget. Er is in ieder geval voor iedere reiziger wat wils. Helaas is Uber voor zover ik weet alleen in San Jose en La Fortuna actief. Je bent verder dus afhankelijk van de lokale taxi, maar dat is best te doen. Anders kun je altijd nog een fiets huren.
Veel mensen spreken Engels, maar niks is natuurlijk leuker dan zelf wat Spaans te leren. Ik deed dat met Duolingo. Werkt prima. Het probleem is zeg maar wel dat als je in het Spaans een vraagt stelt, je doorgaans ook in het Spaans antwoord krijgt. “Euhm, no comprendo..” Gelukkig is men bereid om wat langzamer voor je te praten. Bovendien wordt met handen en voeten al snel een hoop claro. Bienvenido a Costa Rica!
Puerto Viejo
Na aankomst in San Jose, de hoofdstad van het land, stap ik de volgende ochtend vroeg op een shuttle naar de Caribische kust. Zes uur later kom ik aan in Cahuita, een dorpje vlakbij het populaire Puerto Viejo. Ik bevind mij letterlijk tussen het regenwoud en de goudkleurige (soms zwartkleurige) kust. De Caribische invloeden zorgen daarnaast voor een hele fijne vibe. Wat heb ik dit gemist zeg! EIN-DE-LIJK zijn we weer op vakantie..
Ik verblijf bij een Airbnb van een local. Het blijkt de ideale locatie voor de start van mijn reis. Rodolfo heeft veel kennis over de geschiedenis en cultuur van zijn land. Het maakt de gesprekken kort samengevat erg interessant. Daarnaast verdient hij zijn brood als tourguide. Ik raad aan om bij een (of meer) van zijn tours aan te sluiten. Ik kreeg een kajaktour cadeau, omdat het zwembad wegens renovatie buitengebruik was. Nog voor het ontbijt dobberen we over de rivier en spotten we actieve luiaards, apen, reptielen en vogels. Sereen en voldaan rijden we langs de zondagochtendmarkt in Cahuita voor wat snacks.
Naast de kajaktour kun je ook op chocoladetour, een inheems dorp bezoeken of een hike in Cahuita National Park maken. Dat laatste is sowieso een must! Ik besluit de volgende dag alleen op pad te gaan. Ik loop zo’n acht kilometer over goed onderhouden paden dwars door de bushbush. Onderweg stop ik bij ongerepte stukken strand. Echt onwijs mooi! Ik spot zelfs de morpho, die blauwe vlinder weet je wel? Wauw momentje hoor. Verder zie ik blauwstaart hagedissen, wasbeertjes, brulapen en een krokodil. Die beet ook nog bijna in m’n bil. Nee, maar het had zomaar gekund. Ik dacht namelijk even uit te rusten op m’n handdoekie in de schaduw toen een oplettende toerist me vroeg of ik Snappie achter het bosje al had gezien. “Eeuh, NO I DID NOT!” Oepsie. Ongetwijfeld zal ik meer voorbij zijn gelopen, maar als je vroeger bij de padvindersclub hebt gezeten dan weet ik zeker dat jij hier de dag van je leven zult hebben. Huur daarnaast voor vijf euries een fiets en ga een dagje strandhoppen. De stranden tussen Puerto Viejo en Manzanillo behoren tot de mooiste van Costa Rica. Terwijl je tussen de hoge bomen fietst hoor je op de achtergrond het geluid van brullende apen, fluitende vogels en ander geratel. Het heeft iets.. disney-achtigs. Wen er trouwens maar aan, want je ziet en hoort de komende drie weken niks anders. Jungle op repeat.
La Fortuna
Na vier nachten verlaat ik de kust en reis ik meer landinwaarts. La Fortuna ligt aan de voet van vulkaan El Arenal. Het schijnt een van de meest actieve vulkanen ter wereld te zijn, maar slaapt al sinds 2010. Eerder deed ie dat vier eeuwen lang tot hij in 1968 ontwaakte. Je kunt de lava route van die uitbarsting lopen. Best wel bijzonder! Met een beetje geluk kun je op diezelfde route de weerspiegeling van de vulkaan in het gelijknamige meer zien. Helaas reis ik in het regenseizoen en dan regent het zeg maar frequent. Nou regent het sowieso in Costa Rica, want zonder regen geen regenwoud (je meent het?!). Het was een grijze dag dus ik bespaar mezelf de moeite Lake Arenal te bezoeken. Gelukkig is El Arenal niet het enige natuurschoon in de omgeving. La Fortuna staat verder namelijk bekend om haar watervallen, heetwaterbronnen en hangbruggen. Je hebt er ook een zipline en je kunt er raften, mocht je daar meer in geïnteresseerd zijn dan ik.
Omdat het weer wat onvoorspelbaar is, besluit ik drie dagen een auto te huren. Gerardo heeft alleen nog een Toyota Corolla voor me. Een automaat. Fucking fantastico! Scheelt een hoop zweet op de helling he? Daarnaast krijg ik een navigatie cadeau. Gerardo stelt hem ook nog voor mij in. Gerardo is mijn beste vriend. “Roads are all paved right?”, vraag ik voor de zekerheid. “Si señorita, all roads to the main attractions are paved.” Heel fijn! We navigeren naar Rio Celeste, wat ongeveer een uurtje rijden is. Op een zonnige dag is deze waterval turquoise van kleur, maar vanwege de vele regenval de afgelopen dagen moet ik internet erop geloven. “Over driehonderd meter links afslaan”. Ik kijk op de navigatie. “Let op: u nadert een onverharde weg.” Ja echt: de navigatie sprak Nederlands. Lekker dan Gerardo! Nou, was het niet helemaal gelogen. De weg was een soort van geasfalteerd. In het jaar nul, aan de kuilen te zien. Maar hey: me and my Corolla survived! We zijn ook nog bij Mistico Hanging Bridges en La Fortuna waterval geweest. Zo hoog boven het regenwoud hadden de grijze wolken toch ook wel iets mysterieus.
Monteverde
Van rainforest naar cloudforest. Het weer wordt er niet beter op, maar een forest krijgt zijn naam natuurlijk niet zomaar. Monteverde ligt ook een stukje hoger, waardoor het afkoelt tot een graad of twintig. Helemaal geen straf. Ik verblijf er twee nachten om het nevelwoud te kunnen bezoeken. Door de nevel zijn bomen en planten hier bedekt met nog meer groen en leven. Leven waarvan ik eigenlijk liever niet te veel af weet, maar mijn gids blijkt super enthousiast. Dit keer ga ik namelijk niet alleen op pad, maar met drie biologen. Yep, naast mijn gids blijken de twee andere aanhangers ook natuurliefhebbers van beroep te zijn. Ik weet inmiddels wel hoe je vogels kunt spotten. Dat is mij een partij moeilijk! Moet je veel geduld voor hebben ook. Ja, ik hoor jullie denken, maar heel soms heb ik dat best. We zien onder andere de quetzal. Dat schijnt echt ontzettend bijzonder te zijn. Mooie vogel wel. Helaas te snel voor de camera. Na een interessante ochtend wandel ik nog een uurtje alleen door het bos en ga ik op zoek naar een waterval. Monteverde heeft een totaal andere uitstraling dan de overige plekken die ik bezocht heb. Dat maakt het een bijzondere bestemming. Santa Elena, het nabijgelegen dorpje, is trouwens ook super cool!
Manuel Antonio
Na regen en wolken is het tijd voor wat meer zon aan de Pacifische kust. In het plaatsje Manuel Antonio is het opvallend drukker. Dat is niet zo gek, want het natuurpark is de populairste van het land. Daarbij schijnt het ook nog eens het kleinste te zijn. Ondanks dat de drukte misschien wat meer voelbaar is, kun je er nog steeds in alle rust van al het moois genieten. Iets wat ik enorm op prijs stel. Het vraagt wel enige voorbereiding. Voor het nationale park moet je bijvoorbeeld van te voren online een ticket kopen. Daarnaast mag je geen etenswaren mee het park innemen. Alleen een fles water is toegestaan. Bij het enige restaurant van het park kun je natuurlijk wel wat kopen, want niemand overleeft de dag met een lege maag. Het park opent om zeven uur en ik ga dan ook vroeg op pad om de drukte wat te vermijden. Natuurlijk kun je kiezen voor een gids, maar als je ergens met zekerheid dieren zult spotten dan is het hier wel. Met een gids leer je misschien wel nog wat. Ik vind helemaal zelf een kolibrie en twee andere vogels waar ik Google-lens voor nodig heb. Ik ben echt onwijs trots op mezelf! Verder zie ik drie van de vier aapsoorten, luiaards, krabben en leguanen. Tussendoor zoek ik wat verkoeling aan de twee witte zandstranden van het park. Het is echt bloedverziekend heet vandaag, maar potverdorrie zeg: wat is Costa Rica mooi!
Uvita
Voor mijn laatste stop reis ik nog iets zuidelijker. Daarmee laat ik het massatoerisme weer achter me. Uvita is een rustig piepklein kustplaatsje waar je goed schijnt te kunnen leren surfen. Dat is ook wat een handjevol andere toeristen hier komt doen. De rest gaat met een bootje de zee op om walvissen te spotten. Ik geniet in Uvita vooral van de zon en de uitgerekte stranden van het Marino Balleno Park. Bij eb kun je over een zandbank lopen welke de vorm heeft van een walvisstaart. Leuk he? Niet dat je dat vanaf ooghoogte goed kunt zien but still. Sla wat te eten en te drinken in, plof neer onder een boom en houd de rest van de dag een siësta. Pas wel op, want tijdens vloed kan het water tot aan de rand van de dichtbegroeide jungle komen. Schrik dus niet als je ineens wordt weggespoeld.
Op een klein uurtje rijden vind je Nauyaca Waterfall, zonder twijfel de mooiste waterval van het land. Ik fix een taxi die mij om zes uur ’s ochtends brengt en om twee uur ’s middags weer komt ophalen. Tijdens het regenseizoen wordt geadviseerd je activiteiten in de ochtenduren te plannen, omdat het weer dan snel kan omslaan. Nou ging dit advies voor de Caribische kust niet op. Daar was het eerder andersom. Anyway, vanaf de parkeerplaats is Nauyaca Waterfall nog zo’n vier kilometer lopen. Je kunt ook per paard of jeep bij de waterval komen, maar ik houd van een uitdaging. Not really, maar het scheelt een hoop geld en we kunnen wel wat exercise gebruiken. Na een nogal pittige wandeling van een uur kom ik aan bij een indrukwekkende waterpartij. De eerste anderhalf uur hoef ik het uitzicht alleen met morpho de blauwe vlinder te delen. Zoiets magisch! Bij de lower falls neem ik een verkoelende duik in het water en staar ik een beetje stom voor me uit. Wanneer de eerste paarden en jeeps arriveren, klim ik een stukje verder naar boven. De upper falls zijn namelijk even prachtig. Hier blijven bovendien minder mensen hangen, omdat je er niet mag zwemmen. Je kunt er wel gewoon langs het stromende water lopen. Ik houd een picknick en bereid me mentaal voor op de vier kilometer lange weg terug. Kon ik maar 365 dagen op vakantie..
Je kunt vanuit Uvita meer leuke tochtjes maken, waarvan Corcovado National Park misschien wel thuis hoort bovenaan je ’things-to-do-while-traveling-Costa-Rica’ lijstje. Oh well, next time..
Pura vida!