Met andere woorden: van nachtmerrie tot droomparadijs. Stel je even voor, dat het 3 uur ’s middags is. Je ligt heerlijk aan het zwembad bij je super deluxe hotel, voordat je wordt opgehaald door een taxi om vervolgens de nachttrein naar het zuiden te nemen, wanneer plotseling je darmen volledig van slag raken. Het zweet breekt je uit. Gelukkig, voor jou, kun je nog net met geknepen billen je hotelkamer halen. Shit! Letterlijk in dit geval. We hebben er op reis allemaal weleens last van gehad (gewoon eerlijk zijn). Buitengewoon vervelend, maar wanneer er een treinreis van 10 uur op het programma staat, wordt het toch net even iets ongemakkelijker. Wat nu? We (alsin m’n rommelende buik en ik) gaan nog haastig opzoek naar een apotheek. Gelukkig kunnen we aan diarreeremmers komen. De vrouw achter de toonbank vraagt of ik ook wat voor de pijn wil. Ik leg uit dat ik geen pijn heb, niet wetende wat mij te wachten staat. De remmers blijken namelijk buikkramp als bijwerking te hebben. Fijn! De toiletdrang is in ieder geval wel verdwenen. Paracetamolletje en gaan. Een taxirit van 1,5 uur brengt mij netjes op het treinstation. Niet veel later dan gepland, komt de trein aan op het enige spoor. Alhoewel het mij volkomen onduidelijk is of ik überhaupt op de goede trein stap, wordt er overdreven geknikt wanneer ik de conducteur mijn ticket laat zien. Hij brengt mij naar mijn plaats. Die ziet er in ieder geval comfortabel genoeg uit om een paar uurtjes te kunnen slapen. Ik kijk er naar uit. Voordat we gaan liggen, besluiten we nog even snel te plassen. Aan het begin van iedere wagon bevinden zich 2 wc’s. Ik trek de deur open en tref mijn aller grootste nachtmerrie. Een fucking gat in de vloer. HELP! Ik doe de deur weer snel dicht en ga vastberaden opzoek naar een lichtpuntje van hoop. Helaas is het enige betere wat ik tegen kom, een drempel van 2 cm om dat gat. FML! Ik wil huilen. Je plas 10 uur lang ophouden is geen optie, laat staan met buikpijn. Dus ja, dat werd squatten. Na 2 traumatische ervaringen en 8 uurtjes slaap komen we aan op het station van Surat Thani. Een taxi brengt mij vanaf hier verder naar Khao Sok. En dan ineens is die nachtmerrie vergeten. Welcome to paradise!
Anurak Lodge
Anurak Community Lodge is denk ik één van de meest relaxte plekken waar ik ooit overnacht heb. Dit toevluchtsoord bevindt zich aan de rand van Khao Sok National Park en wordt gerund door locals. De vrijstaande hutjes liggen verborgen in een prachtige kleurrijke omgeving, weg van de begaande wegen en weg van de massa. Die oase van rust en de lokale gemeenschap maken van je verblijf een unieke ervaring. Ik zou deze accommodatie een ieder, die zich met luxe wil terug trekken in de jungle, aanraden. Naast bungalows heeft Anurak Lodge een restaurant met een waanzinnig uitzicht en een heerlijke menukaart vol traditionele gerechten, gemaakt van verse producten uit de eigen tuin. Alhoewel je hier uren in een hangmat achterover kan liggen, heeft Anurak Lodge ook een eigen jungle hike en wekelijks wisselende activiteiten waar je als gast aan kunt deelnemen. Zo werd tijdens mijn verblijf bijvoorbeeld Loy Krathong gevierd.
Anurak Lodge geeft graag terug aan de gemeenschap en biedt haar gasten daarom unieke ervaringen aan. Als je mijn blog When in Thailand hebt gelezen dan weet je, dat een Thaise kookles één van de must do’s is voor een kennismaking met het land. Op een lokale boerderij in de buurt liet de vrouw des huize mij de fijne kneepjes van het vak zien. Uiteraard op traditionele wijze en met natuurlijke ingrediënten. Kan ik nu net zo lekker koken? Nee, maar ik maak tegenwoordig wel met regelmaat een zelfgemaakte green curry. Op de boerderij leer je niet alleen koken, maar ook een vriendelijke en gastvrije familie kennen. Wat het een extra bijzondere ervaring maakt, is dat de familie een gewonde olifant opvangt en verzorgt. Persoonlijk had ik hier achteraf wat gemixte gevoelens bij. Alhoewel ik ervan overtuigd ben, dat deze mensen de aller beste bedoelingen hebben, heeft mijn bezoek aan Elephant Nature Park mij geleerd, dat olifanten het gelukkigst zijn tussen soortgenoten. Bovendien werd er zichtbaar een bullhook gedragen. Ondanks dat deze niet gebruikt wordt, kan een olifant al stress ervaren bij het zien hiervan. Dat gezegd te hebben, zou ik die Thaise kookles zeker aanraden!
Khao Sok vanaf het water
Khao Sok National Park behoort tot één van de oudste regenwouden op onze planeet. De dichtbegroeide jungle vol met leven, enorme kalkstenenrotsen, grottenstelsels en een prachtig meer, maken van Khao Sok een avontuurlijk droomparadijs. Je kunt het park uiteraard op verschillende manieren verkennen. Ik koos ervoor om Khao Sok vanaf het water te bewonderen. Met een longtailboot maak je een trip over Cheow Lan Lake, omringt door rotsformaties bedekt met groen. Een fantastisch ritje van 1,5 uur brengt je vervolgens bij een reeks van drijvende hutjes. Van dichterbij zien deze hutjes er echter ineens een stuk minder fotogeniek uit. Veel mensen kiezen ervoor om in zo’n drijvend hutje te overnachten, maar in mijn ogen zag het er nou niet echt bepaald comfortabel uit. Gelukkig stopten wij er alleen voor een duik in het meer. Ideaal! Na de lunch staat er nog een jungle hike naar een grot op het programma. De tourguide legt uit, dat het water in de grot tot ongeveer de oksels komt. Euhm, ja. Hartstikke leuk, maar mijn oksels zitten ergens waar bij de gemiddelde mens de navel zit. Besluit je net als ik de grot niet te betreden (omdat je ook een beetje claustrofobisch bent)? De jungle hike alleen is al leuk zat. Khao Sok staat met recht bekend als één van de mooiste plekken van Thailand!
– X –