Laat ik voorop stellen dat Mount Bromo zelf een absolute must is tijdens een rondreis door Indonesië. Alles eromheen is verder een regelrechte ramp. Zelfs kijkend door die roze vakantiebril kan ik er niks rooskleurigs van maken. Maar hey: wel weer een goed verhaal.
Al bij het treinstation in Malang merk ik dat reizen naar de voet van de vulkaan minder gemoedelijk verloopt. Ik word ergens op een bankje gedumpt. “Wacht hier maar tot we vertrekken.” Wanneer dat is? Zodra er voldoende medepassagiers zijn om het busje, dat zijn beste tijd wel heeft gehad, te vullen. Dit duurt overigens niet lang, want ik was uiteraard niet de enige toerist die bij Mount Bromo probeerde te komen. Het is wel voor het eerst dat ik op Java met die ‘fuck-you-mentaliteit’ geconfronteerd wordt. Dus.. Er straalt weinig vriendelijkheid vanaf. Voor jou tien anderen. Hoppa! Wat een contrast met de ervaringen die ik tot dusver had gehad. Ik pas mijn mind-set aan. Want, wat doe je eraan?!
Probolinggo
Probolinggo, het dorpje aan de voet van de vulkaan, gaat voor het grootste gedeelte over het komen en gaan van toeristen. Waarom zou je überhaupt je best doen? Gasten komen toch wel. Mijn kamer is eenvoudig, maar schoon. De badkamer? Een toilet en wasbak met douchekop. Het handjevol warungs in het dorp zit stampensvol. Houd daarom rekening met een wachttijd (of ga vroeg). Laatste hap door je strot? “Hier heb je de rekening; opzouten nou!” Spreek iemand je op straat aan? Dan gaat het negen van de tien keer over sjaals, mutsen, handschoenen of vervoer. Zodra je geen interesse blijkt te hebben, heeft men dat ook niet meer in jou. Oké, ik overdrijf misschien een beetje, maar die indruk wekt het wel.
Die nacht gaat de wekker om drie uur. Ik draai de kraan van de douchekop open: lullig straaltje van ijskoud water. Welja joh! Buiten is het trouwens acht graden. Die sjaals, mutsen en handschoenen zijn dus wel een soort van praktisch. Een wandeling van een klein uurtje brengt je bij Seruni Point. Vanaf hier heb je waanzinnig uitzicht op de vulkaan. Seruni Point bevindt zich uiteraard bovenop een berg. De heenweg spring ik daarom voor een paar euro bij iemand achterop de scooter. Het is tenslotte half vier ’s nachts. Nog net iets te vroeg om heel enthousiast te gaan zitten doen. Blauwbekkend zie ik de zon opkomen en de mist langzaam onder mij verdwijnen. Met geen pen te beschrijven. Zoiets magisch. Serieus, de foto’s doen eigenlijk geen recht aan de werkelijke schoonheid ervan. Denk overigens niet dat je de enige zult zijn. Uit alle hoeken verschijnen honderden jeeps die naar hetzelfde komen kijken. Zoek daarom een ‘rustig’ plekje net een paar meter onder het hoogste punt.
Terug in het dorp besluit ik eerst een powernap te doen om vervolgens in de namiddag de krater te bezoeken. Ook dit kan met jeep, scooter of per paard. Ik besluit te voet te gaan. Waarom? Dat vraag ik mijzelf onderweg ook meermaals af. “Goed idee weer Simoon”. De hike blijkt toch iets pittiger dan vooraf ingeschat. En dat terwijl het grootste gedeelte uit een platte zandvlakte bestaat. Eenmaal bij de top besef ik mij, dat het de pijn en moeite dubbel en dwars is waard geweest. Jeetje, alweer sprakeloos. Ik deel het natuurwonder slechts met een paar lokale twintigers. Voor hen blijk ik ook een bezienswaardigheid te zijn. “Wat doet een vrouw van midden dertig in d’r eentje bovenop een vulkaan?” Goeie vraag! Ik ben nog net niet buitenaards. De volgende nacht zet ik opnieuw de wekker om de zonsopgang te aanschouwen. Nou, dat zegt wat hoor! Mount Bromo is een van de meest indrukwekkende plekken waar ik tot nu toe geweest ben.
– X –