Havana is overweldigend, ontastbaar, complex, bruisend, mysterieus, kleurrijk, levendig, enzovoorts, enzovoorts. Het maakt de stad op z’n zachtst gezegd interessant en unieker dan welke stad dan ook. Vanaf het moment dat je het vliegveld verlaat (en dat is op zich al een ervaring), word je betoverd door die charismatische uitstraling, dat hartstochtelijke karakter en die oh zo fijne relaxte sfeer in een voor jou ogende chaotische ambiance. Er valt geen touw aan vast te knopen. Maar er was een klik en ik was in de wolken. Havana. It wasn’t logic, it was love.
Havana is zo’n stad waar je niet over raakt uitgesproken. Althans, ik niet. Ben er zelf nogal ondersteboven van. Natuurlijk komt dat door die kleurrijke koloniale gebouwen, die klassieke oldtimers, die heerlijke muziek, die smaakvolle rum en die beroemde sigaren. Het heeft iets romantisch. Toch heeft dit niet de meeste indruk gemaakt. Havana is vooral bijzonder vanwege de mensen. Vanwege een onvoorwaardelijke trots en een sprankelende levenslust, dat zich weerspiegelt in het dagelijkse leven. Het is inspirerend. Havana is misschien niet meer het Havana van 10 jaar geleden en het Havana van vandaag zal waarschijnlijk niet dat van morgen zijn. Ja, het land verandert. Langzaam. Maar als je het mij vraagt, is dat helemaal zo slecht niet. Want niet die vervallen gebouwen of die klassieke oldtimers, maar de mensen maken de stad. En die blijven nog wel even. Die gebouwen en oldtimers trouwens ook. Je hoeft dus echt niet per se nu, maar waarom zou je wachten?
Havana leeft
Op iedere hoek van iedere straat gebeurt wel iets wat je met je camera vast zou willen leggen. Natuurlijk bezoek je ook dat ene historische plein en een museum of twee uit je reisgids, maar Havana beleef je naar mijn mening het best door gewoon doelloos door de verschillende wijken te lopen. Houd er rekening mee dat je om de haverklap zal worden aangesproken. Terwijl je van Havana Vieja via Centro Havana naar de Malecón wandelt, heb je er zomaar ineens een gratis salsales opzitten, heeft een Cubaan (of drie) je de liefde verklaard, heb je minimaal vijf keer verteld waar je vandaan komt en uitgelegd dat je helaas maar een poquito Spaans spreekt en ben je op z’n minst één keer uitgenodigd voor een feestje. Nope, ik overdrijf echt niet.
Havana Vieja is het oude gedeelte van de stad. Een groot openluchtmuseum vol met historische bezienswaardigheden, sfeervolle pleinen en smalle kleurrijke straatjes. Alhoewel de wijk tegenwoordig erg is toegespitst op het toerisme, kun je er nog veel sfeer en karakter terug vinden. Grote kans dat je onverwachts tegen verrassende dingen aan loopt. Zowel overdag als ’s avonds valt er in deze wijk veel te zien en te beleven. Je vindt er misschien net zoveel toeristen als Cubanen, maar ook dat kan soms best gezellig zijn (ja, echt).
In Centro Havana vind je eveneens kleurrijke karakteristieke gebouwen, maar is het ‘echte’ leven (voor zover je dat als toerist mee krijgt) naar mijn mening meer voelbaar. Deze wijk fascineerde mij daarom meer. Jongeren die voetballen op straat, mannen die sleutelen aan auto’s, verkopers die met elkaar babbelen op de hoek van de straat en vrouwen die over hun balkon hangen om alles in de gaten te houden. Het zijn de dagelijkse gang van zaken. Op zondag schijnt Callejón de Hamel wel gezellig te zijn. Ik vond het straatje vol muurschilderingen eerder een tourist trap, maar ik was er doordeweeks en werd lastig gevallen door hosselaars. Misschien heb jij meer geluk. Waar je wel even naar binnen moet wandelen is restaurant La Guarida. Al is het alleen maar vanwege het prachtige gebouw waarin het restaurant gevestigd is en het magische uitzicht vanaf het terras.
Langs de rand van Centro Havana loopt de Malecón. De beroemde 7 kilometer lange boulevard is een geliefde ontmoetingsplaats onder zowel locals als reizigers. Met name rond zonsondergang is het hier super gezellig, wanneer vissers een hengeltje uitgooien, geliefden van het romantische uitzicht genieten en er met elkaar gedronken en gedanst wordt. Vergeet je fles rum niet!
Bovenaan je things-to-do-lijstje staat natuurlijk een ritje in een oldtimer. Ga naar Parque Central, kies de mooiste uit en onderhandel met de chauffeur over de prijs. Kosten variëren van 50 tot 35 CUC, maar met een beetje geluk ben je uiteindelijk 20 tot 25 CUC kwijt voor een ritje van een uur. Je kunt de standaard route nemen, maar ik raad je aan om met de chauffeur een alternatieve route af te spreken. Natuurlijk rij je over de Malecón en stop je bij Plaza de la Revolución, maar laat je bijvoorbeeld ook naar Castillo De Los Tres Reyes Del Morro rijden voor uitzicht op de stad. Spreek af dat je uiteindelijk bij Hotel Nacional wordt afgezet. Hotel Nacional lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo heel bijzonder, maar sinds de opening eind jaren ’30 hebben hier een aantal historische gebeurtenissen plaats gevonden. Loop door de lobby en doe een drankje in de tuin. Vele beruchte beroemdheden zijn je voor geweest. Vanaf hier kun je gemakkelijk de modernere wijk Vedado verkennen.
Havana is hip & happening
Trendy eettentjes en cocktailbarretjes schieten als paddenstoelen uit de grond. Dit heeft mij echt enorm verrast. Verandering brengt namelijk ook nieuwe kansen voor jonge creatieve initiatieven. And thank god for that! Een absolute must is een bezoek aan Fabrica de Arte. Onder het genot van een drankje kun je van donderdag t/m zondag het werk van getalenteerde creatievelingen bekijken, terwijl een dj voor muziek zorgt. Liever een live orkest zien spelen of een modern dansoptreden bijwonen? Ook dat kan. Zeg maar een soort museumnacht, maar dan elk weekend. Hoe cool is dat? Tip: ga vooraf een hapje eten bij El Cocinero. Je moet hiervoor alleen wel ruim van te voren reserveren. Fancy huh?!
Neem vooral een kijkje bij El Dandy. Het knusse tapasrestaurant/cocktailbar is super leuk ingericht met vintage meubilair en toffe foto’s aan de muur. Er hangt een hele relaxte sfeer en je kunt er ook nog lekker eten. Bij El Chanchullero kun je dat ook. Meer mensen zijn op de hoogte van dit feit dus houdt wel rekening met een wachttijd. Maar man, wat was het die wachttijd waard. Serieus, ik heb hier zo lekker gegeten. De daiquiri was trouwens ook niet verkeerd. Over cocktails gesproken: ga voor een watermelon mojito naar El Del Frente. Als je er dan toch bent, eet dan ook gelijk een hapje mee. Tenminste, als er nog een tafeltje vrij is, want ook dit is een zeer geliefde hotspot.
Voor tapas y cervezas (maar cocktails hebben ze ook) kun je terecht bij Lamparilla. Dit hippe tentje met retro interieur vind je in de gelijknamige straat in het oude gedeelte van de stad. Zeker een bezoekje waard. Net als Siá Kará. Dit kleine en knusse café, verscholen achter El Capitolio, is speels ingericht en heeft een super fijne sfeer. Leuk detail: de kunstwerken aan de muur geven een knipoog. Ze serveren ook nog eens één van de lekkerste mojito’s, maar over smaak valt natuurlijk niet te twisten.
Een goed kop koffie? Probeer Café Bohemia, gevestigd in een prachtig koloniaal pand aan Plaza Vieja. Je kunt hier trouwens ook ontbijten. Last but not least: Bij El Bambu Paladar kun je voor een prikke een goede maaltijd krijgen. De typische Cubaanse gezelligheid krijg je er voor niks bij. Wat wil je nog meer? Oh ja, een rooftopbar! Die heeft Havana ook. Niet op het dak van een fancy hotel, maar een nieuwe hidden gem genaamd Roma. Ik kreeg op de dag van mijn vertrek een visitekaartje in mijn handen gedrukt, waardoor ik er helaas geen kijkje meer kon nemen. Maar jij kan dat natuurlijk wel doen. Hoe lang het een hidden gem blijft, durf ik je niet te zeggen, maar tegen die tijd is er vast wel weer een nieuwe creatieveling opgestaan.
– Me gusta Habana