Wie gaat er nou naar Edinburgh zonder het kasteel te bezoeken? Oké, van de buitenkant natuurlijk wel gezien (guilty). Kan ook niet missen. Mooi ding hoor, maar die mensenmassa. Ik heb het er niet zo op. Een paar weken terug vloog ik voor een vrijgezelle feestje naar de Schotse hoofdstad en besloot er zelf nog 48 uur aan te plakken. Conclusie: Edinburgh is pretty cool!
Nog niet geweest? Denk dan zeker aan Edinburgh bij het maken van dat volgende citytripje. De stad, beter bekend als ghost town, kent een rijke geschiedenis maar is alles behalve ouderwets. Achter dat historische uiterlijk schuilt een jong karakter en dat is precies wat de stad zo leuk maakt. Slenter langs schattige boetiekjes, hippe koffietentjes of vindt verstopte cocktailbarretjes in een verlaten steeg. Je zou het niet denken, maar Edinburgh is hip en happening.
Dag 1
Verblijf vanwege de authentieke sfeer in het oude gedeelte van de stad. Bij The Grassmarket hotel bijvoorbeeld of Stay Central. Een keer (of twee) vallen en je bent waar je zijn moet. Voor je ontbijt moet je natuurlijk niet in je hotel zijn. Op de hoek van de Grassmarket en Victoria Street vind je Hula Juice Bar, waar je verse sappen en een goed gevulde Acai Bowl kunt krijgen. Alhoewel ik niet het superfood type ben, was ie goed te doen. Victoria Street is met haar kleurrijke gevels misschien wel de meest gefotografeerde straat van de stad. Loop er doorheen en maak zelf ook een foto. Gewoon, omdat het kan. Na je ontbijt wandel je op het gemakkie richting Calton Hill. Dit park bevindt zich op één van de 7 heuvels, die Edinburgh rijk is en geeft je een fantastisch uitzicht over de stad.
Calton Hill ligt aan de voet van Princes Street en brengt je in New Town, het modernere gedeelte van de stad. Door die karakteristieke stadswoningen is het net alsof je op de set van de Schotse versie van Sex and The City bent beland. I loved it! Tijd voor koffie met iets lekkers? Leo’s Beanery is where you want to go. Niet voor niets is dit café een favoriet onder locals. Er hangt hier een ongedwongen sfeertje, het personeel is super vriendelijk en die koffie en taart is met zichtbaar veel liefde klaar gemaakt. Je vindt Leo’s in de kelder van één van die prachtige panden aan Howe Street.Vanaf Howe Street ben je binnen een kwartiertje in Dean Village. Een lief klein dorpje verstopt in de grote stad. Hoe leuk is dat?! Alhoewel er, net als in de meeste kleine dorpjes, verder vrij weinig te doen is, kun je hier opnieuw even ontsnappen aan de hustle en bustle van het stadsleven. Even dan, want voor some food moet je New Town weer in. Tip: bij Faundry 39 kun je super lekker eten voor een prikkie!
Als de maag gevuld is, klim je via Princes Street Garden ‘gemakkelijk’ naar boven. Dit park brengt je uiteindelijk bij het kasteel, maar stop onderweg een paar keer om van het uitzicht te genieten. Ik heb het kasteel dus zelf niet bezocht. Wil jij dat wel? Volg dan vooral de selfie-sticks en je komt er vanzelf.
De dag zit erop, maar de avond is nog jong! Bij The Gourmet Mash Bar scoor je een lekkere Schotse maaltijd om vervolgens de avond in stijl af te sluiten met een cocktailtje bij The Devil’s Advocate. De prijs ligt hier misschien wel net iets boven het gemiddelde, maar je krijgt dan ook niet zomaar een average cocktail. Trust me, it’s good!
Dag 2
Vroeg uit de veren! Vandaag staat Arthur’s Seat op het programma. Het hoogste punt van Edinburgh bevindt zich op de top van een oude vulkaan in Holyrood Park. Natuur op steenworp afstand van de stad. But first coffee! Iets buiten het centrum, maar op weg naar Holyrood Park, kom je Cult Espresso tegen. Super leuk koffiezaakje met een simpele, maar voor-het-ontbijt-meer-dan-oké menukaart.
Vanaf hier is het nog een paar minuutjes lopen tot de kortste (maar redelijk steile) hike-route richting Arthur’s Seat. Vergeet je niet dik aan te kleden, want grote kans dat er windkracht 12 staat. Desalniettemin is het uitzicht waanzinnig! Neem, om meer van Holyrood Park te zien, een andere route naar beneden. Ik nam het pad dwars door het midden van het park, wat mij langs een ruïne uiteindelijk op de parkeerplaats aan de kant van Holyroodhouse Palace bracht.
Dit is een mooi punt om via de famous Royal Mile, Old Town te gaan verkennen. Doe dat vooral door de vele zijstraatjes en arcades te nemen. Stap op Cockburn Street The Milkman binnen voor een lekker bakkie and something on the side. Er zijn genoeg tentjes in de buurt waar je uitgebreid kunt lunchen. Breng daarna een bezoekje aan het National Museum of Scotland, omdat een bezoek aan een museum nu eenmaal bij een citytrip hoort. Zelf heb ik dit echter meestal na een uur wel weer gezien.
Tijd voor een ijsje dus. Nou kun je best naar Edinburgh zonder het kasteel te bezoeken, maar je kunt natuurlijk niet in Edinburgh zijn geweest zonder een ijsje bij Mary’s Milk Bar te hebben gehaald. Bij deze gelato aan The Grassmarket, staat de rij vaak tot aan buiten en met goede reden. (second)Best I ever had!
Je kunt de avond spannend maken door één van de vele ghost tours te nemen, maar je kunt natuurlijk ook gewoon easy going ergens een hapje eten. Bij Burgers and Beers bijvoorbeeld. Vergeet vooral niet te vragen om een rare gebakken burger. Dit is namelijk niet zo vanzelfsprekend, maar maakt de burger wel net even wat beter te knagen. Vanaf The Brewdog rol je na een paar biertjes, ciders of gin tonics in principe zo naar je hotelletje. Best gezellig. Maak het alleen niet te gezellig, want dat stelt het personeel niet zo op prijs. Ja, zeikerds heb je helaas overal. But cheers to Edinburgh though.
Meer tijd?
Breng dan een bezoekje aan de Royal Botanic Gardens, één van de mooiste ter wereld. Zelfs op een regenachtige dag ben je hier wel even zoet. Ik heb dan misschien niet zoveel met een schilderij uit de gouden eeuw. Een paar plantjes vind ik dan weer wel leuk. Neem een kijkje in de Glass Houses. Ik vond het in ieder geval de moeite waard. Geen stad waar ik geweest ben, was zo groen als Edinburgh. De wijk Leith schijnt trouwens ook erg leuk te zijn, maar daar kan ik jullie helaas niks over vertellen.
– X –