Hoewel Sydney niet de hoofdstad is, is het wel de grootste en oudste stad van Australië. Een echte wereldstad, waar je jezelf als stadsliefhebber zo thuis voelt. Het ontbreekt er namelijk aan niets dus je hoeft je geen moment te vervelen. De eerste ontmoeting met mijn familie downunder, maakte mijn bezoek extra bijzonder. Bovendien heb ik er een oude bekende wonen en leerde ik via via iemand kennen, wat mijn korte stop in die fijne stad nog aangenamer maakte. Ik kan niet wachten tot ik weer mag! Hier mijn 4 must do’s om Sydney te verkennen.
Dwaal rond door het centrum van de stad.
Het hostel waar ik verbleef, YHA Harbour, bevindt zich in The Rocks. Vanaf de rooftop kijk je uit op Sydney Harbour, prachtig uitzicht! Een eerste indruk is oh zo belangrijk en dit maakte de mijne bijna perfect. Als je alleen reist, is het ideaal om in een hostel te verblijven. Het scheelt niet alleen in kosten (hotels zijn er namelijk wat aan de dure kant), je leert ook vrij gemakkelijk andere reizigers kennen. The Rocks is de oudste wijk van de stad. Neem op vrijdag of zaterdag een kijkje op de markt, erg leuk! Als je er dan toch bent, stap het Australian Heritage Hotel even binnen. Dit is (naast een hotel) een oude pub waar je een pizza ‘Australian style’ kan krijgen. Bestel een pizza met kangoeroe, emoe of zoutwaterkrokodil. Niet de lekkerste pizza die ik gegeten heb, dat geef ik eerlijk toe, maar zeker het proberen waard. Verblijf je in het YHA dan krijg je korting. Niet geheel onbelangrijk voor de portemonnee. Er bevinden zich in deze wijk meer gezellige bars en cafés.
Zelf vond ik Circular Quay en Darling Harbour erg leuk. Ik houd nou eenmaal van de haven (je bent een Rotterdammert of je bent het niet). Vanaf Circular Quay heb je mooi uitzicht op The Harbour Bridge en The Opera House, de grootste bezienswaardigheden van de stad. Darling Harbour heeft meer terrasjes, waar je wat kan eten en drinken. Plus een winkelcentrum! Shoppen kan je namelijk ook goed in Sydney, op Pitt Street bijvoorbeeld. Een wandeling door één van de parken mag natuurlijk ook niet ontbreken. Ik was vooral onder de indruk van The Botanic Gardens. Het doet een beetje denken aan Central Park New York, maar dan anders. Het park is niet alleen mooi, maar er valt ook genoeg te zien. Veel mensen doen er een workout of genieten (net als jij) op een kleedje van het uitzicht. In Hyde Park is trouwens ook zat te doen om je enige tijd te vermaken.
Neem de ferry naar Manly!
Een rondvaart door de haven is een absolute must om de skyline van Sydney op zijn mooist te zien. Vergeet echter een Harbour Cruise! Neem de ferry naar Manly. Veel goedkoper en net zo mooi. Een retourtje kost je slechts $15. Bovendien is Manly zelf ook een bezoekje waard. Twee vliegen in één klap dus. Wij hebben een fiets gehuurd en één van de vele routes gereden. Je komt langs verschillende stranden en uitkijkpunten. Vanaf North Head lookout kijk je uit op de stad, wat bij helder weer een mooi plaatje oplevert. Het hebben van een goede conditie is wel een handige bijkomstigheid. Ik moest zo nu en dan halverwege de heuvel even van het fietsje stappen. Zijn we niet gewend he, al die heuvels. Dat links fietsen bleek ook nog een uitdaging te zijn.
Wie naar Sydney gaat, slaat het beroemde Bondi niet over!
We weten, van tv, allemaal hoe dat er op een zomerse middag in het weekend uit kan zien. Misschien dan beter om te vermijden (alhoewel dat ook best een ervaring kan zijn), maar op een doordeweekse zonnige lente dag is het er heerlijk vertoeven. Sydney kent winters waarbij het overdag nog 20 graden is. Voor de lokale bevolking vaak wat te koud, maar voor ons prima strand weer. Geniet van de vele surfers en jawel, de gratis wifi! De boulevard is ook super gezellig en kent naast diverse eettentjes en cafeetjes, ook leuke boetiekjes. Prima om een dag door te brengen! Van Bondi loopt er een wandelroute langs de kust naar Coogee. Na drie volle enthousiaste dagen deed mijn lichaam overal pijn en stonden de blaren op mijn voetjes dus ik vond het wel best zo. Leuk voor mijn komende trip.
Maak ten slotte minstens één uitstapje.
De omgeving van Sydney heeft een heleboel te bieden. De Blue Mountains liggen zo’n dik uurtje rijden van de stad, wat voor Australische begrippen zo goed als om de hoek is. Met de trein kom je er trouwens ook. Het gebergte heeft zijn naam te danken aan de blauwe gloed die de eucalyptusbossen aan de lucht geven. Er zijn verschillende routes die je langs adembenemende uitzichten brengt. Het staat niet voor niets op de werelderfgoedlijst. Wij zijn uiteraard bij de beroemde Three Sisters gestopt. Dit is een rotsformatie die volgens de Aboriginal Dreamtime legende is gevormd toen drie zussen door een wijze werden omgetoverd tot steen, om hen te beschermen tijdens een gevecht met een andere stam. De wijze kwam echter tijdens het gevecht om, waardoor de zussen niet meer terug getoverd konden worden. Er bestaat natuurlijk ook een meer logische verklaring voor het natuur fenomeen. De Blue Mountains is een thuis voor vele inheemse dieren. Zo vliegen er fluitende vogels rond en leven er slangen. Ik dacht er één te zien, maar gelukkig was het slechts een tak die zorgde voor de schrik van mijn leven.
Natuurlijk valt er in Sydney nog veel meer te beleven. Ik hoop jullie, na mijn volgende bezoek, dan ook meer inside tips te kunnen geven. Stay Tuned!